gewende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wen·de

Deelwoord

gewende

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord gewend van gewennen

gewende

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord gewend van wenden

gewende

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord gewend van wennen

Bijvoeglijk naamwoord

gewende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gewend

Werkwoord

vervoeging van
gewennen

gewende

  1. enkelvoud verleden tijd van gewennen
    • Ik gewende. 
    • Jij gewende. 
    • Hij, zij, het gewende. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.