gevloek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·vloek
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vloeken met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gevloek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gevloek o

  1. het aanhoudend vloeken
    • Rafaël aspireerde het allerhoogste - ook als jonge kunstenaar. Het is door die oneffenheden in dat jonge werk, het gepruts, gepoets en ongetwijfeld gevloek waarmee correctie op correctie is doorgevoerd, dat de held van later met zijn voeten op aarde komt. Het is alsof de kunstenaar, door de eeuwen heen, zijn adem over je uitblaast. Zacht en plotseling. Net als in het Pantheon. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gevloek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Lucette ter Borg 15 februari 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.