gevatter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gevatter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɡə'vɑtər/
  • Sofeer: ğəvattər
Woordafbreking
  • ge·vat·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevatter gevatters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gevatter v/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) man die het kind de plaats van de besnijdenis binnendraagt

Bijvoeglijk naamwoord

gevatter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van gevat

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.