gevaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gevaren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈvarə(n)/
Woordafbreking
  • ge·va·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
varen

gevaren

  1. voltooid deelwoord van varen

Zelfstandig naamwoord

gevaren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gevaar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.