geschuifel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schui·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geschuifel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

geschuifel o

  1. het zich schuifelend voorbewegen.
    • In het bejaarden tehuis zagen en hoorden we de hele dag het geschuifel van de oude bewoners. 

Gangbaarheid

  • Het woord geschuifel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.