geschuifel
Nederlands
Woordafbreking
- ge·schui·fel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van schuifelen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geschuifel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
geschuifel o
- het zich schuifelend voorbewegen.
- In het bejaarden tehuis zagen en hoorden we de hele dag het geschuifel van de oude bewoners.
Gangbaarheid
- Het woord geschuifel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.