gereedheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·reed·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gereedheid gereedheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gereedheid v

  1. het klaar zijn om te kunnen handelen of functioneren
    • Ik hield de auto in gereedheid om mijn zwangere vrouw naar het ziekenhuis te kunnen brengen. 

Gangbaarheid

  • Het woord gereedheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.