gereedheid
Nederlands
Woordafbreking
- ge·reed·heid
Zelfstandig naamwoord
gereedheid v
- het klaar zijn om te kunnen handelen of functioneren
- Ik hield de auto in gereedheid om mijn zwangere vrouw naar het ziekenhuis te kunnen brengen.
Gangbaarheid
- Het woord gereedheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gereedheid' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.