genezende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ne·zen·de

Bijvoeglijk naamwoord

genezende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van genezend

Werkwoord

vervoeging van
genezen

genezende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van genezen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.