genezend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ne·zend

Werkwoord

vervoeging van
genezen

genezend

  1. onvoltooid deelwoord van genezen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen genezendgenezendergenezendst
verbogen genezendegenezenderegenezendste
partitief genezendsgenezenders-

Bijvoeglijk naamwoord

genezend

  1. dat iets of iemand minder ziek is dan voorheen
    • De genezende patiënt mocht voor het eerst na de operatie zijn bed uit.  

Gangbaarheid

  • Het woord genezend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.