generlei
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ner·lei
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
- afgeleid van de genitief van geen met het achtervoegsel -lei [2] [3]
stellend | |
---|---|
onverbogen | generlei |
verbogen | (alleen predicaat) |
Onbepaald voornaamwoord
generlei
- (formeel) geen enkele, nog niet eens één
- Wij mogen deze bandiet op generlei wijze helpen.
Gangbaarheid
- Het woord generlei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'generlei' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.