geklepper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·klep·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geklepper
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

geklepper o

  1. het aanhoudend klepperen; het voortdurend geluid van twee harde voorwerpen die tegen elkaar slaan
    • Het zijn, in lijn met de YouTube-cultuur, korte nummers die qua stijl alle kanten opgaan. ‘Hands up’ refereert met audioclips aan politiegeweld tegen zwarte tieners. Het vrolijke ‘Best to you’ is met zijn woodblock-geklepper de absolute hit. Juist die tegenstelling tussen licht en zwaar, blij en beladen maken het album zo aantrekkelijk.[1] 
    • Wie zich in de expositieruimte bevindt, hoort buiten het geklepper van de ooievaars die broeden op het stadhuis van Gennep.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geklepper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Sandra Smallenburg 20 juli 2016
  2. NRC Kester Freriks 26 juli 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.