geklepper
Nederlands
Woordafbreking
- ge·klep·per
Zelfstandig naamwoord
geklepper o
- het aanhoudend klepperen; het voortdurend geluid van twee harde voorwerpen die tegen elkaar slaan
- Het zijn, in lijn met de YouTube-cultuur, korte nummers die qua stijl alle kanten opgaan. ‘Hands up’ refereert met audioclips aan politiegeweld tegen zwarte tieners. Het vrolijke ‘Best to you’ is met zijn woodblock-geklepper de absolute hit. Juist die tegenstelling tussen licht en zwaar, blij en beladen maken het album zo aantrekkelijk.[1]
- Wie zich in de expositieruimte bevindt, hoort buiten het geklepper van de ooievaars die broeden op het stadhuis van Gennep.[2]
Gangbaarheid
- Het woord geklepper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geklepper' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Sandra Smallenburg 20 juli 2016
- NRC Kester Freriks 26 juli 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.