geilbekken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geilbekken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɛilbɛkə(n)/
Woordafbreking
  • geil·bek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
geilbekken
geilbekte
gegeilbekt
zwak -t volledig

Werkwoord

geilbekken

  1. inergatief (informeel) wellustig praten, vuilbekken
    • Tegen ons moeder hoorde ik hem zeggen dat de soldaten naar haar liepen te geilbekken. Ze konden ons beter niet zien staan. Ons moeder trok me bezorgd dichter tegen zich aan. Ik keek onder Frenskes arm door naar het geilbekken van de soldaten. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord geilbekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.