gehoord
Nederlands
Woordafbreking
- ge·hoord
Deelwoord
bevestigend deelwoord | ontkennend deelwoord | |
---|---|---|
onverbogen | gehoord | ongehoord |
verbogen | gehoorde | ongehoorde |
vervoeging van | ||
horen |
gehoord voltooid deelwoord van horen
- vormt de voltooide tijden
- Heb je het gehoord?
- Daar heb ik nog nooit van gehoord.
- vormt de lijdende vorm
- Nabestaanden willen ook gehoord worden.
- De verdachte is urenlang gehoord door de rechter-commissaris.
- attributief gebruikt
- Dat is een veel gehoorde klacht.
Gangbaarheid
- Het woord gehoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.