gangen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·gen

Zelfstandig naamwoord

gangen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gang


Deens

Woordafbreking
  • gan·gen
Naar frequentie 11872

Zelfstandig naamwoord

gangen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van gang


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈgɑŋən /
Woordafbreking
  • gan·gen
Naar frequentie 544

Zelfstandig naamwoord

gangen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gang
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈgɑŋən /
Woordafbreking
  • gan·gen

Zelfstandig naamwoord

gangen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gang
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.