fusering
Nederlands
Woordafbreking
- fu·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding fuseren met het achtervoegsel ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fusering | fuseringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
fusering v
- het samenvoegen van twee zaken tot één nieuwe zaak
- Verbod fusering zorgverzekeraar-zorginstelling: Minister Klink van Volksgezondheid moet zorgverzekeraar DSW verbieden mede-eigenaar te worden van het Vlietland Ziekenhuis in Schiedam. Dat heeft VVD-Tweede Kamerlid Schippers dinsdag geëist. [1]
Gangbaarheid
- Het woord fusering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fusering' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.