frik
Nederlands
Woordafbreking
- frik
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schoolmeester’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1914 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frik | frikken |
verkleinwoord | frikje | frikjes |
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord frik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'frik' herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.