frapperen
Nederlands
Woordafbreking
- frap·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘treffen’ voor het eerst aangetroffen in 1781 [1]
- afgeleid van het Franse frapper (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
frapperen |
frappeerde |
gefrappeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
frapperen
- De actrice 'frappeerde iedereen door haar luide heldere stem.
- Wat mij frappeerde was dat al de kinderen hun mond hielden toen de juf de klas verliet.
Gangbaarheid
- Het woord frapperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'frapperen' herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.