foxterriër

Nederlands

een gladharige foxterriër
draadharige foxterriër
Uitspraak
Woordafbreking
  • fox·ter·ri·ër
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1889 [1]
  • samenstelling van  fox   en  terriër   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord foxterriër foxterriërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

foxterriër m

  1. (dierkunde) naam voor twee verschillende hondenrassen n.l. de gladharige foxterriër en de draadharige foxterriër, rassen speciaal gekweekt voor de vossenjacht
    • Uggie doet sterk denken aan dat andere onvergetelijke hondje: de schrandere Bobbie van Kuifje. Maar Bobbie was een (draadharige) foxterriër, Uggie is een jack-russellterriër.[3] 
    • Een knuffelig hondenwereldje komt tot leven in deze Nederlandse stopmotion-animatieserie naar de kinderverhalen van Sieb Posthuma over (gladharige) foxterriër Rintje. Samen met zijn moeder en vrienden beleeft Rintje vrolijke avonturen.[4]  
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord foxterriër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.