formuleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • for·mu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
formuleren
formuleerde
geformuleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

formuleren

  1. overgankelijk in woorden omzetten
    • Hij had moeite om zijn gevoelens te formuleren. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • formuleeradvies, formuleerbaar, formuleerfout, formuleerkunst, formuleerprobleem, formuleertechniek, formuleervaardigheid, formulering, herformulering
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord formuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.