foeter uit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • foe·ter uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitfoeteren

foeter (...) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfoeteren
    • Ik foeter uit. 
  2. gebiedende wijs van uitfoeteren
    • Foeter uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfoeteren
    • Foeter je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord foeter uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.