floëem
Nederlands
Woordafbreking
- flo·eem
Woordherkomst en -opbouw
- Komt van het Duitse woord Phlöem en van het Oudgriekse woord φλόος (floos), wat "bast" betekent.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | floëem | floëmen |
verkleinwoord | floëempje | floëempjes |
Zelfstandig naamwoord
floëem o
- (biologie) het levende gedeelte van de vaatbundels in planten
- Het floëem is beschadigd door de chemische stoffen.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord floëem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.