fietscrossen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fiets·cros·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fietscrossen
fietscroste
gefietscrost
zwak -t volledig

Werkwoord

fietscrossen

  1. (sport) onovergankelijk een fietscross houden

Zelfstandig naamwoord

fietscrossen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fietscross

Gangbaarheid

  • Het woord fietscrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.