fibro-

Nederlands
Huidig
bestand
4
Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·bro-
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Latijnse fibra (vezel)

Voorvoegsel

fibro- [1]

  1. ter vorming van woorden die te maken hebben met weefsel (bindweefsel, spierweefsel etc.)
Hyponiemen
  • fibromatose, fibromyalgie, fibroplasie, fibroplast, fibrositis

Gangbaarheid
  • Het woord 'fibro-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.