feliciteren
Nederlands
Woordafbreking
- fe·li·ci·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gelukwensen’ voor het eerst aangetroffen in 1688 [1]
- afgeleid van het Franse féliciter (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
feliciteren |
feliciteerde |
gefeliciteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
feliciteren
- overgankelijk iemand geluk toewensen
Vertalingen
1. iemand geluk toewensen
Gangbaarheid
- Het woord feliciteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feliciteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.