fecha

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • fe·cha
enkelvoud meervoud
fecha fechas

Zelfstandig naamwoord

fecha v

  1. datum, dagtekening
  2. heden, vandaag
  1. «a partir de esta fecha»
    van heden af aan
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
fechar

fecha

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fechar
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fechar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.