favoriet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·vo·riet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gunsteling’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen favorietfavorieterfavorietst
verbogen favorietefavorieterefavorietste
partitief favorietsfavorieters-

Bijvoeglijk naamwoord

favoriet

  1. het meest in de gunst liggend
    • Zijn favoriete bezigheid is muziek maken. 
  1. geacht de winnaar te zullen worden
    • De favoriete schaatser ging onderuit en zag zijn kansen op het wereldkampioenschap daarmee in rook opgaan. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord favoriet favorieten
verkleinwoord favorietje favorietjes

Zelfstandig naamwoord

favoriet m

  1. iemand die je beter vindt dan de anderen
    • Ben Saunders was mijn favoriet bij The voice of Holland 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord favoriet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.