fatalisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·ta·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geloof in noodlot’ voor het eerst aangetroffen in 1800 [1]
  • afgeleid van fataal met het achtervoegsel -isme[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fatalisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

fatalisme o

  1. (filosofie) het geloof aan of de leer van een onvermijdelijk voorbeschikt noodlot
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord fatalisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.