fantast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fan·tast
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘iem. met sterke fantasie’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fantast fantasten
verkleinwoord fantastje fantastjes

Zelfstandig naamwoord

fantast m [3]

  1. een persoon met een abnormaal ontwikkelde fantasie
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord fantast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.