facultatief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·cul·ta·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aan eigen verkiezing overlatend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen facultatieffacultatieverfacultatiefst
verbogen facultatievefacultatieverefacultatiefste
partitief facultatiefsfacultatievers-

Bijvoeglijk naamwoord

facultatief

  1. onverplicht of vrijwillig
    • Hij doet al jaren facultatief werk bij het dierenasiel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord facultatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.