fabricaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·bri·caat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fabricaat fabricaten
verkleinwoord fabricaatje fabricaatjes

Zelfstandig naamwoord

fabricaat o

  1. een product gemaakt door een fabriek
  2. voortbrenging, maaksel
    • Hij was trots op zijn tuinmeubelen van eigen fabricaat, hij had er dan ook lang aan gewerkt. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord fabricaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.