expliciet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pli·ciet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘uitdrukkelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen explicietexplicieterexplicietst
verbogen explicieteexplicietereexplicietste
partitief explicietsexplicieters-

Bijvoeglijk naamwoord

expliciet

  1. uitdrukkelijk vermeld of erbij geschreven
    • In die tekst valt een expliciet verband te herkennen. 
    • Hij heeft mij expliciet gezegd dat hij met kerstmis zou komen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord expliciet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.