expansief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pan·sief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘betrekking hebbend op expansie’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van expansie met het achtervoegsel -ief
  • afgeleid van het Franse expansif of daarvoor van het Latijnse 'expansum' (met het voorvoegsel ex-)
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen expansiefexpansieverexpansiefst
verbogen expansieveexpansievereexpansiefste
partitief expansiefsexpansievers-

Bijvoeglijk naamwoord

expansief

  1. betrekking hebbend op expansie
  2. geneigd tot expansie
  3. mededeelzaam ??
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord expansief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.