ervarene

• Geluid:  ervarene    (hulp, bestand)
• IPA: /ɛrˈvarənə/

• er·va·re·ne

• Voltooid deelwoord van ervaren met het achtervoegsel -e (zelfstandig gebruik van een bijvoeglijk naamwoord)

(als zelfstandig naamwoord)

ervarene m

1. persoon die iets eerder heeft meegemaakt of vaker heeft gedaan

1. • Het ligt besloten in de rol van noviet, bruid, immigrant, kind, dat deze mettertijd verwisseld wordt voor die van ervarene, echtgenote, burger en volwassene. [1]

ervarene o

1. wat je beleeft, wat je zelf ondervindt

1. • Dat brein vervormt het waargenomene en ervarene volgens eigen wetten, die niet die van de gewone werkelijkheid zijn. [2]

ervarene

1. (verouderd) verbogen vorm van de stellende trap van ervaren

1. • En tussen de reeds ervarene bridgers doen zij dat niet slecht. [3]

• daar waar de verbogen vorm ervarene gebruikt kan worden is de onverbogen vorm ervaren meer gangbaar

• Het woord 'ervarene' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.