epilepticus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·lep·ti·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epilepticus epileptici
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

epilepticus m [1]

  1. (medisch) lijder aan epilepsie
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van epileptica

Gangbaarheid

  • Het woord epilepticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.