enkeltje

Nederlands

[2] enkeltje
Uitspraak
Woordafbreking
  • en·kel·tje

Zelfstandig naamwoord

enkeltje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord enkel
  2. een kaartje voor een reis van A naar B maar niet voor de reis terug van B naar A
    • Hij kocht een enkeltje naar Leipzig een terugreis had hij niet nodig. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord enkeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.