enkeltje
Nederlands
![](../I/m/KESR_single_ticket_overstamped.jpg)
[2] enkeltje
Woordafbreking
- en·kel·tje
Zelfstandig naamwoord
enkeltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord enkel
- een kaartje voor een reis van A naar B maar niet voor de reis terug van B naar A
- Hij kocht een enkeltje naar Leipzig een terugreis had hij niet nodig.
Gangbaarheid
- Het woord enkeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'enkeltje' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.