engerling

Nederlands
Engerlingen van de meikever
Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ger·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘larve van meikever’ voor het eerst aangetroffen in 1766 [1]
  • met het achtervoegsel -ling [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord engerling engerlingen
verkleinwoord engerlingetje engerlingetjes

Zelfstandig naamwoord

engerling m

  1. larve van o.a. de meikever, junikever en Johanneskever
Verwante begrippen

Gangbaarheid
  • Het woord engerling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "engerling" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. engerling op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.