emancipatie

Nederlands

Spotprent over vrouwelijke artsen die niet geschikt zouden zijn voor traumageneeskunde (tegenwoordig is de overgrote meerderheid van de jonge artsen een vrouw)
Uitspraak
Woordafbreking
  • eman·ci·pa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gelijkstelling voor de wet’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [1]
  • Naamwoord van handeling van emanciperen met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord emancipatie emancipaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

emancipatie v [3]

  1. streven naar gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid, eerlijker maatschappelijke verhoudingen
  1. toekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet
    • Door de emancipatie van vrouwen hebben getrouwde vrouwen gelijke rechten als getrouwde mannen. 
Hyponiemen
  • homo-emancipatie, vrouwenemancipatie
Afgeleide begrippen
  • emancipatieambtenaar
  • emancipatiebeginsel
  • emancipatiebeleid
  • emancipatiebeweging
  • emancipatiedag
  • emancipatiegedachte
  • emancipatiegeluid
  • emancipatiegolf
  • emancipatiehelper
  • emancipatienota
  • emancipatiepartij
  • emancipatieprobleem
  • emancipatieproces
  • emancipatieproject
  • emancipatieraad
  • emancipatiestreven
  • emancipatiestrijd
  • emancipatiewet
  • emancipatiezaken

Gangbaarheid

  • Het woord emancipatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.