egelantier
Nederlands
![](../I/m/Rosa_rubiginosa_mit_einigen_Knospen-2.jpg)
Rosa rubiginosa
Woordafbreking
- ege·lan·tier
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘roosachtige heester’ voor het eerst aangetroffen in 1225 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | egelantier | egelantieren egelantiers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
egelantier m [3]
- (plantkunde) Rosa rubiginosa
roosachtige heester met korte en ongelijke stekels
Gangbaarheid
- Het woord egelantier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'egelantier' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.