efa

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  efa    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈefa/, /eˈfa/
Woordafbreking
  • efa
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

efa

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) inhoudsmaat voor droge waar, omstreeks veertig liter; een efa is gelijk aan een bat voor natte waar en een tiende chomer volgens Ez. 45:10-11, en tien omer volgens Ex. 16:36 (40×: Ex. 16:36, Lev. 5:11 +, Num. 5:15 +, Deut. 25:14 +, Recht. 6:19, 1 Sam. 1:24 +, Jes. 5:10, Ez. 45:10 +, Am. 8:5, Mi. 6:10, Zach. 5:6 +, Spr. 20:10, Rt. 2:17)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'efa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.