eerbaar
Nederlands
Woordafbreking
- eer·baar
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van naamwoord van handeling eren met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eerbaar | eerbaarder | eerbaarst |
verbogen | eerbare | eerbaardere | eerbaarste |
partitief | eerbaars | eerbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eerbaar
- wat eer heeft
- Welk kostuum had hij dan wel aanvaardbaar gevonden? ‘De roetveegpiet was wel maatschappelijk aanvaard geweest’, besluit Van Bellingen. ‘Het is een eerbaar compromis in deze fase van de discussie waar wij ons in kunnen vinden. We willen graag nog verder gaan, maar beseffen dat dit een proces is dat niet van vandaag op morgen kan worden doorgevoerd. Je kan perfect een kinderfeest geven met Zwarte Piet als roetveger, zodat niemand zich aangevallen moet voelen.’ [1]
Gangbaarheid
- Het woord eerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eerbaar' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tina Boeykens De Standaard / NRC 8 december 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.