eenhonderdzeventig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 1 | 7 | 0 |
eenhonderdzeventig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdzeventig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈsevə(n)təx /; soms met nadruk ter onderscheiding van 'eenhonderdnegentig': /ˌenhɔndərtˈsøvəntəx/
Woordafbreking
- een·hon·derd·ze·ven·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en zeventig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdzeventig
- "170", langere vorm van honderdzeventig, honderd plus zeventig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdzeventig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzeventig.
Synoniemen
- honderdzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- eenhonderdzeventigste
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzeventig" ht als linkerdeel
- eenhonderdzeventigduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.