eenhonderdvijfentwintig

Nederlands

0125
eenhonderdvijfentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·vijf·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdvijfentwintig

  1. "125", langere vorm van honderdvijfentwintig, honderd plus vijfentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdvijfentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvijfentwintig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderdvijfentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvijfentwintig" ht als linkerdeel

  • eenhonderdvijfentwintigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdvijfentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.