eenhonderdnegenendertig

Nederlands

0139
eenhonderdnegenendertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·ne·gen·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdnegenendertig

  1. "139", langere vorm van honderdnegenendertig, honderd plus negenendertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdnegenendertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdnegenendertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderdnegenendertigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdnegenendertig" ht als linkerdeel

  • eenhonderdnegenendertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdnegenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.