eenhonderdenzesenveertig

Nederlands

0146
eenhonderdenzesenveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·en·zes·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdenzesenveertig

  1. "146", langere vorm van honderdzesenveertig, honderd plus zesenveertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdenzesenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenzesenveertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenzesenveertig" ht als linkerdeel

  • eenhonderdenzesenveertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdenzesenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.