eenhonderddrieëndertig

Nederlands

0133
eenhonderddrieëndertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·drieën·der·tig, een·hon·derd·drie·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderddrieëndertig

  1. "133", langere vorm van honderddrieëndertig, honderd plus drieëndertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderddrieëndertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderddrieëndertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderddrieëndertigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderddrieëndertig" ht als linkerdeel

  • eenhonderddrieëndertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderddrieëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.