ecotoerist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eco·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ecotoerist ecotoeristen
verkleinwoord ecotoeristje ecotoeristjes

Zelfstandig naamwoord

ecotoerist m

  1. een persoon die aan ecotoerisme doet
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ecotoerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.