e-

Nederlands
Huidig
bestand
12
Uitspraak
  • Geluid:  e-    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • e-
Woordherkomst en -opbouw
  • afkorting van het Engelse electronic

Voorvoegsel

e-

  1. ter vorming van woorden die met elektronische diensten te maken hebben
Hyponiemen
  • e-dentifier, e-kaart, e-learning, e-overheid

Gangbaarheid
  • Het woord 'e-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Limburgs
Uitspraak
  • IPA: /ɐ/ (Etsbergs)

Voorvoegsel

e-

  1. (Hooglimburgs) vervangt een voorzetselige groep (complexe voorzetsel), brengt altijd genitivus mee.
  1. «I g'm naome ven dem -> Enaom ziens.»
    In zijn naam.
  2. (Hooglimburgs) vervangt een voorzetsel en een lidwoord.
  1. «Ich sjrief i g'm boke -> Ich sjrief ebook.»
    Ik schrijf in het boek.
  1. «Ich loup óp g'm waege -> Ich loup ewaeg.»
    Ik loop op de weg.
  2. (Hooglimburgs) (bij vaste uitdrukkingen) vervangt een voorzetsel.
  1. «eslaop, eweg.»
    in slaap, weg (niet hier).
  2. (Hooglimburgs) plakt tö aan een werkwoord vast.
  1. «Hie guuef 't nieks tö zeen -> Hie guuef 't nieks ezeen.»
    Er is hier niets te zien.
  2. (Hooglimburgs) per (ook los geschreven)
  1. «Vief oer edaag.»
    Vij uur per dag.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.