druïde
Nederlands
Woordafbreking
- druï·de, dru·ide
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘Keltische priester’ voor het eerst aangetroffen in 1704 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | druïde | druïden druïdes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
druïde m
- priester bij de oude Kelten in Gallië en Brittannië, die zich naast religieuze zaken ook met magie bezighield
Gangbaarheid
- Het woord druïde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'druïde' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.