drinker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drin·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de stam van drinken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord drinker drinkers
verkleinwoord drinkertje drinkertjes

Zelfstandig naamwoord

drinker m

  1. iemand die te veel alcohol drinkt
    • De zware drinker sloeg zijn vrouw iedere dag. 
    • Hij ontkende dat hij een drinker was, maar de bloedtesten bewezen dat hij toch echt veel te veel zoop. 
Synoniemen
  1. alcoholist

Gangbaarheid

  • Het woord drinker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.