doorzaagt

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  doorzaagt    (hulp, bestand)
  • dóórzie
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈdo̝rzaχt/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdorzaxt/
  • doorzíé
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /do̝rˈzaχt/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dorˈzaxt/
Woordafbreking
  • door·zaagt

Werkwoord

vervoeging van
doorzien

doorzáágt

  1. gij-vorm verleden tijd van doorzien
    • Gij doorzaagt. 

Werkwoord

vervoeging van
doorzien

dóórzaagt

  1. (in een bijzin) gij-vorm verleden tijd van doorzien

Werkwoord

vervoeging van
doorzagen

dóórzaagt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzagen
    • ... dat jij doorzaagt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzagen
    • ... dat hij doorzaagt. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.