doodsbang
Nederlands
Woordafbreking
- doods·bang
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeer bang’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
- afgeleid van bang met het voorvoegsel dood- met het invoegsel -s-
stellend | |
---|---|
onverbogen | doodsbang |
verbogen | doodsbange |
partitief | doodsbangs |
Bijvoeglijk naamwoord
doodsbang
- (intensief) bevreesd alsof men met de dood geconfronteerd wordt
- Hij wist het doodsbange slachtoffer wat te kalmeren.
Gangbaarheid
- Het woord doodsbang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doodsbang' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.