doodsbang

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doods·bang
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zeer bang’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
  • afgeleid van bang met het voorvoegsel dood- met het invoegsel -s-
stellend
onverbogen doodsbang
verbogen doodsbange
partitief doodsbangs

Bijvoeglijk naamwoord

doodsbang

  1. (intensief) bevreesd alsof men met de dood geconfronteerd wordt
    • Hij wist het doodsbange slachtoffer wat te kalmeren. 

Gangbaarheid

  • Het woord doodsbang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.